Terug
13 oktober 2025

Visie op de arbeidsmarkt
Marcel Hielkema schrijft wekelijks over ontwikkelingen in de arbeidsmarkt en hoe KplusV bijdraagt. Deze week: hoe diversiteit pas werkt als verschil de norm wordt.


Onderzoek SCP

‘Meer diversiteit leidt eerder tot frictie dan tot meer inclusie’, concludeerde het SCP in een onderzoek dat op Diversity Day gepubliceerd werd. Maar diversiteit is wel broodnodig, kopte het hoofdredactioneel commentaar van Het Financieele Dagblad een paar dagen later.

Het echte verschil

Inclusie is inderdaad niet eenvoudig. Want ‘anders’ vinden we nog knap ingewikkeld. Al helemaal wanneer ‘anders’ ervoor zorgt dat ‘normaal’ niet meer de norm is. Zo’n twintig jaar geleden werd ik bij een van de Big Four-accountantsfirma’s uitgenodigd voor een bijeenkomst over diversiteit. Het kantoor vertelde vol trots dat ze steeds meer vrouwen aannamen. Maar toen er vervolgens een rondleiding werd gegeven door het bedrijf, viel op dat die vrouwen allemaal een soortgelijk grijs (mantel)pak droegen. Diversiteit was goed, zolang men er vervolgens maar hetzelfde uitzag als de rest.

Van diversiteit naar inclusie

Daar zit ook het verschil tussen diversiteit en inclusiviteit. Diversiteit gaat over verschillen tussen mensen en het accepteren van verschillen. Inclusiviteit gaat echter over het creëren van een omgeving waarin deze verschillen worden gewaardeerd, waarin iedereen zich welkom, veilig en betrokken voelt en gelijke kansen krijgt om mee te doen en bij te dragen. Bij inclusie worden de verschillen tussen mensen het nieuwe normaal. Bij het accountantskantoor werd diversiteit pas het nieuwe normaal toen ten minste 30% van de partnergroep zelf divers was. Pas toen werd het verschil de norm. Hetzelfde kan doorgetrokken worden naar inclusiviteit: er vindt pas een kentering plaats naar de nieuwe norm wanneer er een kritieke massa van 30% ‘anderen’ is.

Een praktijkvoorbeeld bij Scalabor

Toen ik nog bij Scalabor werkte, drukte een stagiaire het ’s avonds tegen haar moeder het beste uit: ‘Mama, dit is voor het eerst dat ik niet het gevoel heb dat ik een beperking heb en anders ben. Iedereen heeft hier namelijk een beperking.’ Wow, voor het eerst voelde deze medewerker zich 100% op haar gemak, want iedereen was anders dan de norm en juist dat was de nieuwe norm geworden.

Waarom dit nu zo belangrijk is

Het FD heeft het juist wanneer ze kopt dat diversiteit en inclusie broodnodig zijn. In een krappe arbeidsmarkt hebben we iedereen nodig, kansenongelijkheid is vanuit allerlei oogpunten onwenselijk en daar waar de maatschappij diverser wordt en daarmee zowel je klanten als je (potentiële) medewerkers, moet de werkvloer zich ook aanpassen. Bij mijn huidige opdracht bij Rozet zie ik hetzelfde gebeuren. Mede door de inzet van mijn voorganger wordt diversiteit de nieuwe norm. En dat moet ook, want als je er wil zijn voor alle inwoners, moet je daar ook een afspiegeling van zijn. En dat begint met je kwetsbaar opstellen.

Hoe NOC-NSF diversiteit omarmde

Precies dat is wat NOC-NSF vorig jaar deed toen ze jongeren rekruteerde om mee te gaan naar het TeamNL-huis tijdens de Olympische Spelen; ‘we willen een diversere groep meenemen maar we weten niet goed hoe’. Uiteindelijk zijn zo’n vijftig jongeren meegegaan die er net wat anders uitzagen, een andere achtergrond hadden en zich soms ook net anders gedroegen. De eerste paar dagen best even onwennig. Maar geleidelijk werd de hele groep van 350 vrijwilligers één. Door de verschillende bubbels kennis met elkaar te laten maken en samen te laten werken ontstond begrip en ontbubbeling. Begin februari zijn de winterspelen in Milaan. Voor NOC-NSF was er geen twijfel over dat de groep weer divers samengesteld moest worden. Dat is nu de nieuwe norm. Makkelijk? Nee. Noodzakelijk? Absoluut!

Deel