De feiten zijn duidelijk, maar wat doen we ermee?
De begroting van KGG laat zien dat er wel degelijk geld en aandacht is voor klimaat. Er wordt geïnvesteerd in waterstof, infrastructuur en innovatie. Maar het tempo en de consistentie van klimaatbeleid ontbreken, zo stelt onder andere de KEV. Beleidsmaatregelen zijn versnipperd, de regie is zwak, en de uitvoering stokt. De Miljoenennota noemt klimaat als prioriteit, maar schuift de echte keuzes door naar later.
We lijken te hopen dat technologische innovatie ons redt, zonder dat we onze levensstijl, infrastructuur of economische modellen fundamenteel hoeven te herzien. Maar die hoop is niet genoeg. Klimaatbeleid vraagt om volwassen keuzes, en die zijn zelden populair.
Dat maakt het des te belangrijker om te erkennen dat de gevolgen van klimaatmaatregelen niet neutraal zijn. Ze raken mensen verschillend, afhankelijk van hun positie, overtuiging en leefomgeving. Vanuit een linkse invalshoek ligt de nadruk op sociale rechtvaardigheid en bescherming van kwetsbare groepen. Rechts benadert klimaatbeleid vanuit economische stabiliteit, individuele vrijheid en behoud van eigendom. Beide perspectieven zijn legitiem, en ze verdienen het om serieus genomen te worden in de uitwerking van beleid.
Onpopulaire keuzes raken ons allemaal
Eerlijk is eerlijk: effectief klimaatbeleid doet pijn. De gevolgen zijn voelbaar in ons dagelijks leven, in onze omgeving en in onze portemonnee. Voor huishoudens roept het vragen op over betaalbaarheid en bestaanszekerheid, terwijl bedrijven worstelen met onzekerheid over investeringen en hun concurrentiepositie.
De ruimte die nodig is voor duurzame energieopwekking botst met andere urgente ruimtelijke opgaven: woningbouw, economische ontwikkeling en landbouw. De druk op de fysieke leefomgeving neemt toe, en keuzes worden steeds lastiger te combineren.
Ook mobiliteit vraagt om fundamentele keuzes. Elektrificatie, waterstof en andere schone brandstoffen zijn noodzakelijk om de uitstoot terug te dringen, maar brengen nieuwe uitdagingen met zich mee: van netcapaciteit tot betaalbaarheid. Tegelijk is een verschuiving naar meer openbaar vervoer onvermijdelijk, niet alleen vanwege de uitstoot, maar ook omdat het huidige verkeersvolume te veel ruimte vraagt. Ruimte die we ook nodig hebben voor wonen, werken en energie. De omslag is noodzakelijk, maar raakt bestaande gewoonten en voorzieningen.
Bovenstaande voorbeelden zijn geen doemscenario’s, maar realistische gevolgen van een transitie die we te lang hebben uitgesteld. En hoe langer we wachten, hoe rigoureuzer die maatregelen zullen zijn. Dan is er geen ruimte meer voor geleidelijkheid, maatwerk of draagvlak.
Samen, niet tegenover elkaar
Wat we nodig hebben is een gezamenlijke aanpak. Geen links versus rechts, geen stad versus platteland, geen burger versus overheid. We zitten allemaal in hetzelfde schuitje. Klimaatbeleid is geen ideologisch project, maar een maatschappelijke opdracht.
We moeten toe naar een beleid dat:
- Consistent en doorlopend is, niet afhankelijk van verkiezingscycli.
- Impactgedreven keuzes maakt, ook als die pijnlijk zijn.
- Ruimte biedt voor samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven en samenleving en voor gedeeld eigenaarschap
- Eerlijk communiceert over wat er nodig is, en wat dat betekent.
De tijd van vrijblijvendheid is voorbij
Nederland heeft de kennis, de middelen en de mensen om deze transitie te maken. Maar dan moeten we wel durven kiezen. Niet voor de makkelijkste weg, maar voor de juiste. Dat vraagt om leiderschap, visie en samenwerking.
We kunnen niet blijven hopen dat het vanzelf goed komt. De klimaatwet is geen suggestie, het is een verplichting. En die verplichting geldt voor ons allemaal. Laten we dus niet langer uitstellen, maar samen versnellen. Want hoe eerder we beginnen, hoe eerlijker en haalbaarder de transitie wordt.