Twee weken geleden vond het Groot Dictee der Nederlandse Taal plaats, voor de laatste keer gepresenteerd door de onvolprezen Frits Spits. Ook in mijn eigen Rozet zat het auditorium vol met mensen die naarstig de zinnen over het dorp Deurne schreven, met daarin woorden als excentriek, controversiële en genZ’ers (de automatische spelcontrole keurt deze spelling af, maar ik heb het toch echt vergeleken met de tekst van het dictee op de site van NPO1!). Het dictee wordt inmiddels al jaren niet meer op tv uitgezonden, want te weinig kijkers. Zou dit tekenend zijn voor de steeds slechtere beheersing van de Nederlandse taal?
Schrijfvaardigheid onder druk
Al eerder schreef ik hierover een blog en wellicht is het omdat ik op dit moment de helft van de week in de bibliotheek mag werken en de andere helft mij bezighoudt met oplossingen voor de krappe arbeidsmarkt, dat lezen en schrijven mijn aandacht heeft. Ik werd dan ook geraakt door het bericht van de Onderwijsinspectie afgelopen week dat 17% van de leerlingen van de tweede klas voor wat betreft schrijfvaardigheid niet het basisniveau 1F heeft. Van de tweedeklassers van het VMBO geldt dat zelfs voor 40% van de leerlingen. Dat is het niveau dat de meeste leerlingen aan het einde van de basisschool zouden moeten beheersen.
Wat houdt basisniveau in?
Voor het basisniveau moeten leerlingen eenvoudige verhalen en berichten over alledaagse onderwerpen kunnen schrijven. Het gaat dan bijvoorbeeld om het opstellen van een mail. Maar nog erger: ook van een opstel, een essay of zoals Sheila Sitalsing in de Volkskrant schreef: van een liefdesbrief! Waar zijn de tijden gebleven van poëzie- en vriendenalbums, schoolkranten met kritische artikelen, romantische brieven van onbekende aanbidders met Valentijnsdag of in mijn geval lange brieven naar huis op flinterdun blauw luchtpostpapier? Allemaal in de loop der jaren vervangen door sms’jes en WhatsApp-berichten in onvolmaakte zinnen met afkortingen, nieuwsflitsen met headlines en blogs geschreven door ChatGPT. Al deze jongeren komen straks niet alleen op een arbeidsmarkt terecht die talig is, maar ook in een wereld die steeds ingewikkelder wordt en waarvoor je voor het aanvragen van huur- of zorgtoeslag of het invullen van je belastingformulier echt beter moet kunnen lezen en schrijven dan het basisniveau.
Is goed schrijven nog belangrijk?
Of maak ik mij druk om niets? Is het met behulp van spelcontroles en AI helemaal niet meer belangrijk dat je goed kan schrijven? En wordt het Nederlands niet gewoon ingehaald door het Engels? Inmiddels is het Engels van de jongeren namelijk vele malen beter dan het was in mijn jeugd en doen veel leerlingen – ook op het VMBO – hun Engelse eindexamen al in het voorlaatste schooljaar omdat ze dat niveau dan al hebben. Past de arbeidsmarkt zich niet vanzelf aan, aan de nieuwe situatie?
Wellicht. Maar zelfs als het dat zou doen, dan blijft taal een manier om je te uiten. Om je gevoelens en je gedachten kwijt te kunnen. Met meer dan 350 online gepubliceerde blogs zou ik mijn wekelijkse artikel heel eenvoudig door Copilot kunnen laten schrijven. Maar dat doe ik niet, omdat het voor mij een manier is om mijn gedachten op papier te zetten. Dus goed kunnen schrijven blijft in alle gevallen van belang. Daar spelen scholen een belangrijke rol in, net zoals bibliotheken, maar ook ouders. Misschien is deze Sinterklaastijd een mooie periode om een nieuw begin te maken: stop een poëziealbum in de schoen, geef een schriftje en een pen cadeau en begeleid dit met een – zonder de hulp van AI – zelfgemaakt gedicht!
