2023 ROTTERDAM KPLUSV 24

Nationale circulaire economie doelen 2035: gedragen en meetbaar met CPM-methodiek

Impact: Onze voorgestelde circulaire doelen zijn opgenomen in het Nationaal Programma Circulaire Economie en gaan naar de Tweede Kamer.

Onze rol: Procesbegeleider

Opdrachtgever: Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

Samenwerking: CE Delft en TNO

In het kort: Wij begeleidden het ministerie bij het concretiseren van circulaire doelen voor 2035. Samen met CE Delft en TNO ontwikkelden we een breed gedragen methodiek en indicatorenset. Ruim 500 stakeholders leverden input via een intensief participatieproces.

Hoe geef je richting aan circulaire ambities?

De transitie naar een circulaire economie is één van de grootste maatschappelijke opgaven van deze tijd. Sinds 2016 werkt de Nederlandse overheid aan het doel om in 2050 volledig circulair te zijn, met als tussendoel een halvering van het gebruik van primaire abiotische grondstoffen in 2030. Maar hoe maak je zo’n ambitie concreet, meetbaar en breed gedragen?

Nationale doelstellingen concretiseren

Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) stond voor de uitdaging om deze nationale doelen te concretiseren: van abstracte ambities naar een set van heldere, onderbouwde en toetsbare tussendoelen voor 2035, die richting geven aan beleid én uitvoering. Daarbij was het essentieel om niet alleen te sturen op minder grondstoffen, maar ook op het vergroten van het aandeel biotische en secundaire materialen, hoogwaardige recycling en het beperken van negatieve neveneffecten zoals leveringsrisico’s en extra landgebruik en het verlagen van de klimaatimpact.

De rol van KplusV

KplusV heeft – samen met CE Delft – het ministerie begeleid in het volledige proces van doelbepaling. We hebben de Circulaire Potentie Methodiek zoals ontwikkeld door TNO (CPM) verder ontwikkeld en toegepast als fundament voor het bepalen van de nationale doelen. Onze rol was breed en verbindend:

  • Procesbegeleiding en coördinatie: We hebben het traject gestructureerd, de workshops georganiseerd en gezorgd voor een transparant, navolgbaar en gedragen proces.

  • Doorontwikkeling van de methodiek: In nauwe samenwerking met TNO en CE Delft hebben we de CPM aangescherpt, onder meer door het toevoegen van de ‘substitutieknop’ en het ontwikkelen van formats voor workshops, rapportages en stakeholderbijeenkomsten.

  • Stakeholderdialoog: We hebben een breed stakeholderproces opgezet, met tien bijeenkomsten waarin zo’n 500 vertegenwoordigers van overheid, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties input konden leveren. Hierdoor zijn de doelen niet alleen inhoudelijk sterker, maar ook breed gedragen.

  • Analyse en rapportage: We hebben de resultaten van de workshops geanalyseerd, opgeschaald naar nationaal niveau en vertaald naar concrete, meetbare doelen en indicatoren. Daarbij is steeds gestuurd op transparantie, navolgbaarheid en het voorkomen van ongewenste neveneffecten.

  • Advies en aanbevelingen: Op basis van de uitkomsten hebben we het ministerie voorzien van heldere aanbevelingen voor monitoring, doorontwikkeling en het vervolgproces richting 2040 en 2050.

Wat hebben we inzichtelijk gemaakt?

Het resultaat is een set van drie nationale circulaire economie doelen voor 2035, die richtinggevend zijn voor beleid, uitvoering en monitoring:

1.        Besparen van grondstoffen: In 2035 is het totale grondstoffengebruik maximaal 235 Mton, een reductie van 15% ten opzichte van 2016.

2.      Vervangen van primaire en abiotische grondstoffen: Minimaal 55% van het grondstoffengebruik bestaat in 2035 uit duurzame biotische en secundaire grondstoffen.

3.      Behouden van grondstoffen in de economie: Minimaal 82% van het Nederlandse afval wordt gerecycled, waarvan minimaal 15% hoogwaardig.

CE tussendoelen 2035.png

Deze doelen zijn onderbouwd met een breed gedragen methodiek, een set van indicatoren (zoals CO₂-uitstoot, land- en watervoetafdruk, leveringsrisico’s) en een dashboard voor monitoring. De aanpak versnelt de transitie naar een circulaire economie, biedt handelingsperspectief voor sectoren en regio’s, en zorgt voor meer samenhang en sturing in het nationale beleid. Bovendien is het draagvlak vergroot door het intensieve stakeholderproces en de transparantie in het hele traject.

“Wat mij trots maakt, is dat we samen met het ministerie en een breed veld van stakeholders een brug hebben geslagen tussen ambitie en realiteit. Door de Circulaire Potentie Methodiek verder te ontwikkelen en breed toe te passen, hebben we niet alleen meetbare doelen geformuleerd, maar ook het fundament gelegd voor een lerende, flexibele en gedragen transitie. Dit is precies waar KplusV voor staat: complexe vraagstukken vertalen naar werkende oplossingen die écht het verschil maken.”

Niels Ahsmann, Partner en adviseur KplusV 

Eindrapportage Circulaire economie tussendoelen 2035
Publieksversie
Handboek CPM toepassing
Deel