Istock 1147109775

Regionale samenwerking nodig voor versnelling in de circulaire economie

De publicatie van het Nationaal Programma Circulaire Economie (NPCE) onderstreept weer eens voor wat voor enorme en complexe transitieopgave we als samenleving staan. In de transitie naar een circulaire economie komt er veel op gemeenten af. Het programma heeft concrete beleidsmaatregelen. En toch is er nog veel onduidelijkheid. Wie pakt welke taken op, hoe maken we  doelstellingen concreet op uitvoeringsniveau en hoe financieren we dit? De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) wil samen met haar achterban verheldering scheppen. Wat is de rol van gemeenten in de circulaire economie, tegen welke uitdagingen lopen zij aan en hoe kan de Rijksoverheid hen hierin faciliteren? VNG vroeg KplusV’er Wieke van der Zouwen, om het proces te begeleiden en aan te jagen. Lees hier haar plan van aanpak en eerste conclusies.

Op een aantal koplopende gemeenten na, hebben de meeste gemeenten nog geen beleid of uitvoeringsprogramma's opgesteld, dat handen en voeten geeft aan de circulaire economie. In veel gemeenten is gebrek aan financiering, expertise en capaciteit om een actieve rol richting de circulaire economie op te pakken.

Gemeenten proactief in uitvoering circulaire economie

Gemeenten weten niet goed hoe ze lopend gemeentelijk beleid met het NPCE kunnen samenbrengen. Ook beleid vertalen en opnemen in nieuwe, eigen circulaire beleidskaders en uitvoeringsprogramma’s blijft achter. Het antwoord op diverse beleidsvraagstukken ontbreekt. Bijvoorbeeld wat gaat een harmonisering van afvalbeleid betekenen voor gemeenten? Welke rol speelt de gemeente bij de Uitgebreide Producenten Verantwoordelijkheid (UPV)? En welke rol pakt de Rijksoverheid hierin? Er is 40 % meer ruimte nodig voor circulaire economie (rapport Planbureau voor de Leefomgeving). Hoe zorgen we hiervoor?

En de circulaire economie is uiteraard niet de enige grote opgave die een belangrijke uitvoerende én regisserende rol vraagt: ook de energietransitie, klimaatadaptatie en de bouwopgave vragen veel van het fysieke domein. Zowel wat capaciteit en expertise betreft, als benodigde middelen.

Top-down aansturing voorkomen

“Om te voorkomen dat je door het programma NPCE teveel top-down gestuurd, is ruimte voor regionale zeggenschap nodig”, aldus Wieke. Daarom gaat ze namens VNG graag in gesprek met gemeenten door het hele land. Ze haalt op wat zij nodig hebben en welke bestuurlijke afspraken hen kunnen helpen.

Hoe ziet de aanpak eruit?

Wieke faciliteert samen met Lina klankbordsessies met bestuurders en beleidsmakers . Ze brengen in kaart welke samenwerkingen er op landelijk en regionaal niveau al zijn, en stellen vast of en hoe de verschillende decentrale overheden en de Rijksoverheid hierin goed kunnen samenwerken.

Vanuit de werkgroep Circulaire Economie in de Regio namens de VNG, spreekt Wieke andere betrokken partijen over de samenwerking tussen Rijk en regio, zoals ministerie I&W, de Unie van Waterschappen, het IPO en VNO-NCW.

Gezamenlijk leerproces

De circulaire economie staat nog in de kinderschoenen. De VNG maakt met ons een goede start in de representatie en ondersteuning van gemeenten op het vlak van de circulaire economie.

Als je meer wilt weten over de rol van gemeenten in de circulaire economie, neem dan gerust contact op met Wieke.

Deel