Terug
2 juni 2020

Wat kunnen overheden doen?

Internationale studenten vertrekken na het behalen van hun studie vaak weer uit Nederland. Hun potentieel voor de (kennisintensieve) regionale arbeidsmarkt gaat op deze wijze verloren, net als de investering die wij als land doen in dergelijk talent. KplusV werkt daarom met een aantal regio’s en overheden samen omtrent het binden en behouden van deze studenten. De vraag in deze kwestie luidt dan ook: wat kunnen we hieraan veranderen?


De coronacrisis heeft gevolgen voor de toestroom van internationaal talent, waaronder studenten. Vraagstukken over het aantrekken en behouden van internationale studenten zijn prangend, vandaag de dag misschien wel meer dan ooit tevoren. Volgens verwachtingen van het Centre for Global Higher Education zal de fysieke internationale studentenmobiliteit namelijk minder groot zijn en neemt de internationale concurrentie om buitenlands talent de komende jaren toe. Het is daarom van belang om nieuw talent te vinden voor vakspecifieke beroepen zoals in techniek en IT. Het is nog te vroeg om conclusies te trekken, maar de verwachting is dat we de vraag op de arbeidsmarkt niet alleen met beroepskrachten uit Nederland blijvend aankunnen. Om internationale studenten te binden en behouden blijkt het essentieel ze gedurende hun tijd in Nederland te ondersteunen.

Voor gemeente Delft heeft KplusV onderzoek gedaan naar dit thema. Delft heeft maar liefst 6.000 internationale studenten, die – zeker na hun studie –  een interessante doelgroep vormen voor diverse kennisintensieve bedrijven in de regio. Ons onderzoek voor de gemeente Delft heeft een aantal inzichten opgeleverd. Deze inzichten hebben geleid tot drie belangrijke aandachtspunten voor overheden die internationale studenten willen binden.

Drie aandachtspunten:
1. Zet in op regionale samenwerking

Voor de ontwikkeling van regionaal beleid is samenwerking tussen onderwijs, overheden en bedrijfsleven van belang. Rond het binden en behouden van internationale studenten bestaan verschillende kansen en knelpunten, zoals leren van de taal, cultuur, inzicht in wet- en regelgeving, mogelijkheden voor huisvesting en aansluiting op de arbeidsmarkt. Pak het vraagstuk als gemeente of provincie niet afzonderlijk op en kijk met de andere partijen in de samenwerking wie welke rol inneemt en wie op welk moment in de lead is. Bijvoorbeeld het aanwijzen van een coördinerende partij die draagvlak creëert, initiatieven opstart en de verschillende belangen van partijen bij elkaar brengt kan hierbij helpen. Het thema vraagt om een projectmatige aanpak en een continue inzet van kennis en onderzoek, met regionale partners die zich committeren voor de lange termijn.

2. Verbeter de verbinding tussen studenten, bedrijven en opleidingen

Contact tussen studenten, onderwijsinstellingen en bedrijven is van groot belang. Zowel voor het onderwijs als het bedrijfsleven is draagvlak nodig met betrekking tot dit thema. Voor internationale studenten begint dit bij bewustwording over de noodzaak van arbeidsmarktoriëntatie. Zorg voor intensieve samenwerking tussen onderwijsinstellingen en het werkveld, evenals voor interactie tussen bedrijven en studenten, al vanaf de start van de opleiding. Dit kan bijvoorbeeld door het organiseren van bijeenkomsten. Met name voor het mkb is deze interactie cruciaal, omdat zij vaak over minder capaciteit beschikken om deze studenten te vinden en boeien. Een goed functionerend (regionaal) Expat Center kan eveneens bijdragen aan de verbinding tussen studenten, bedrijven en opleidingen. 

3. Ondersteun studenten en bedrijven in het verkrijgen van informatie over taal en cultuur, wet- en regelgeving en huisvesting

Het is van belang internationale studenten en bedrijven goed te informeren. Zorg dat internationale studenten vanaf het begin van hun studie informatie kunnen vinden over het leren van de Nederlandse taal, sociale activiteiten, cultuur, de arbeidsmarkt en onderwijsinstellingen. Een programma gericht op informatie over specifieke wet- en regelgeving voor de studenten kan helpen. Centrale ondersteuning, gericht op de diverse opleidingen is nodig om te zorgen dat het beklijft. Bovendien hebben bedrijven voorlichting nodig over de mogelijkheden en kansen rond het aannemen van internationale studenten en de juridische eisen waaraan moet worden voldaan. Een best practice uit Brainport Eindhoven is de ontwikkeling van een ‘talent attraction scan’, waaruit blijkt of een mkb-bedrijf klaar is om een internationale werknemer aan te nemen, gericht op sociale-, culturele- en juridische aspecten. Zo kan het bedrijf toegankelijker worden gemaakt voor internationaal talent.

De hierboven beschreven punten zijn algemeen geldend voor diverse regio’s in Nederland, maar het is noodzakelijk specifiek per regionale context te bekijken wat nodig is en welke best practices uit andere delen van Nederland het meest passend zijn. De coronacrisis brengt veel onzekerheden rond internationale studenten en de arbeidsmarkt met zich mee en we weten niet hoe de toekomst eruit zal zien. Het is daarom essentieel de ontwikkelingen nauw te volgen en regionaal samen te werken met betrekking tot dit vraagstuk.

Aniek 1 Vierkant
Aniek van Gerwen

Adviseur

Deel